NEO-onderwijs

NEO-onderwijs is bedoeld voor hoogbegaafde kinderen die binnen het reguliere systeem geen passend onderwijs kunnen krijgen.

Voor wie is NEO-onderwijs?

NEO-onderwijs is bedoeld voor hoogbegaafde kinderen die binnen het reguliere systeem geen passend onderwijs kunnen krijgen. Bij de procedure om te worden toegelaten tot NEO zijn de onderwijsbehoeften van de leerling leidend. Helder moet zijn dat door het niet hanteren van een harde drempel, (bijvoorbeeld TIQ>130) op een andere wijze vastgesteld moet worden dat de leerling een bovengemiddeld leervermogen heeft. Indien er aanvullende informatie nodig is, kan een verzoek tot een IQ-onderzoek (Cotan-gecertificeerd) gedaan worden waarbij de koppeling wordt gemaakt met de onderwijsbehoeften.

In Almere zijn er 4 locaties voor NEO-onderwijs. Dit heeft te maken met de vier stadsdelen, Stad, Buiten, Poort en Haven. Voor stadsdeel Almere-Stad biedt De Ontdekking NEO-onderwijs in zogenoemde NEO-groepen.

Aanbod

Op De Ontdekking zijn er drie groepen te weten een 3-4, een 5-6 en een 7-8. Er wordt in de NEO-groepen gewerkt met inclusief binnen separaat. Dit wil zeggen dat we naast kinderen met een lichtere ondersteuningsbehoefte wij ook in iedere groep kinderen opvangen met een zwaardere ondersteuningsbehoefte (dubbel bijzonder). Of wij een kind toelaten hangt af van de ondersteuningsbehoefte en de balans binnen de groep.

Het reguliere onderwijsaanbod wordt in beknopte vorm en versneld aangeboden. Daarnaast zijn er een aantal vakken die niet binnen het reguliere aanbod vallen of op een wijze worden gegeven die sterk afwijkt van de standaard lesmethodes en/of kerndoelen: Engels, Spaans, filosofie, leren leren, leren ondernemen, Science, informatica, communicatie/omgaan met hoogbegaafdheid, NEO-tijd en het strategische spel schaken. Ook hebben deze groepen een vakleerkracht voor muziek. De extra kosten voor deze vorm van onderwijs worden gedragen daar de coöperatie Passend Onderwijs Almere.

Door het rijke aanbod dat de kinderen krijgen en de mogelijkheid tot doorwerken op eigen niveau met taal en rekenen is het overslaan van groepen in principe niet aan de orde binnen NEO-groepen. Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen op te jonge leeftijd doorstromen naar middelbaar en universitair onderwijs. Kinderen kunnen wel versnellen in leertempo.

De wijze van les geven aan een NEO-groep wijkt sterk af van de standaard methodes in het onderwijs. In de reguliere methodes wordt bottom-up gewerkt: leerlingen krijgen kleine onderdelen aangeboden om uiteindelijk te komen tot begrip van het geheel.

Binnen het NEO-onderwijs wordt andersom (topdown) gewerkt: eerst wordt uitgelegd waar de lessen uiteindelijk toe moeten leiden, waarna de benodigde onderdelen aangeboden worden en nog in zoverre geoefend worden als nodig is. Voorbeeld: metriek stelsel binnen het rekenonderwijs. In alle gangbare methodes doet men er nagenoeg vier jaar over om alle facetten behandeld te hebben. Binnen het NEO-onderwijs gebeurt dit feitelijk in één les, namelijk het systeem wordt besproken en uitgelegd. Daarna komen facetten van het stelsel (gewichten, inhoudsmaten, lengtematen etc.) pas aan de orde.

Naast kennis inhouden zijn competenties van (hoogbegaafde) kinderen minstens zo belangrijk: vaardigheden om zelf kennis te kunnen verwerven, om te kunnen functioneren in de maatschappij, om te kunnen nadenken en een mening te vormen over hetgeen in de wereld gebeurt etc.

[1] We kiezen voor een brede definitie van meer- hoogbegaafdheid. Het gaat hier expliciet niet om een IQ van boven de 130 maar om een leerling die een potentieel bovengemiddeld leervermogen heeft (referentie uitstroomprofiel HAVO/VWO of IQ 115+). Reden hiervoor is dat veel leerlingen die in aanmerking komen voor NEO niet (meer) hoger scoren dan wat op basis van hun intelligentie verwacht mag worden.

Toelating

Er kunnen totaal rond de 54 kinderen geplaatst worden in deze groepen. Het betreft dan kinderen met een lichtere ondersteuningsbehoefte (regulier +) en kinderen met een zwaardere ondersteuningsbehoefte (SBO +). Om toegelaten te worden tot een NEO-groep is er, in overleg met de orthopedagogen van passend onderwijs, een toelatingsroute opgesteld voor het toelaten van leerlingen in de NEO-groepen..

De separate setting in de NEO-groepen is bedoeld voor leerlingen die in het reguliere onderwijs vastlopen omdat zij belemmeringen ervaren in hun leer- en/of ontwikkelproces naast het feit dat zij begaafd zijn. De begaafde leerlingen die zich kunnen handhaven in de reguliere groepen, zouden ook in de reguliere groep moeten blijven met een aangepast aanbod (onderdeel van basisondersteuning);

De toelating is nadrukkelijke een tijdelijke toelating voor de duur van één jaar met mogelijke verlenging van nog een jaar. Alleen in uitzonderlijke gevallen blijven leerlingen langer in de separate NEO-setting. De tijdelijke setting in een kleinere groep moet de leerlingen de tools bieden om vervolgens terug te stromen naar een reguliere groep.

Toelatingsroute NEO

Leerlingen moeten buiten een (potentieel) bovengemiddeld leervermogen een ondersteuningsvraag hebben die niet is vorm te geven in het reguliere onderwijs met een basisondersteuning voor begaafde leerlingen. Deze vraag kan bijvoorbeeld liggen in leer- of ontwikkelingsstoornis of sociaal-emotionele uitdagingen.

Stappenplan toelating in NEO-setting

Stap 1: bespreking leerling met orthopedagoog/psycholoog

IB-er van de school van de leerling bespreekt de leerling met de aan de school verbonden orthopedagoog/psycholoog van Passend Onderwijs Almere i.v.m. onderzoek naar onderwijsbehoefte van een leerling, waarbij sprake kan zijn van begaafdheid.

Stap 2: in kaart brengen onderwijsbehoeften van de leerling

De IB-er van de school van de leerling neemt initiatief om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen in samenwerking met een orthopedagoog/psycholoog van Passend Onderwijs Almere. De mogelijkheid bestaat ook dat de IB-er en/of de specialist van de NEO-locatie ondersteuning kan bieden bij het in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van deze leerling. Het contact met een NEO-locatie is in deze stap bedoeld ondersteuning te bieden bij het bepalen van de onderwijsbehoeften. Dit contact leidt daarmee niet noodzakelijkerwijs tot toelating op een NEO-locatie.

Stap 3: in kaart brengen ondersteuningsmogelijkheden huidige school

In deze stap brengen we de informatie rondom de onderwijsbehoeften samen met wat de school van de leerling tot dan aan ondersteuning heeft geboden en wat de school voor verdere mogelijkheden heeft om tegemoet te komen aan de vastgestelde onderwijsbehoeften. Hulpmiddel hierbij is het model waarin de ecologie van de leerling en de domeinen van Trail in kaart gebracht worden. Dit model kan samen met de orthopedagoog/psycholoog van Passend Onderwijs Almere ingevuld worden. Indien gewenst, kan hier een HB-specialist van een NEO-locatie bij betrokken worden.

Stap 4: passende plek bepalen voor de leerling

De huidige school trekt een eerste conclusie als het gaat om de onderwijsbehoeften van de leerling en de eigen mogelijkheden. Hierbij is overleg mogelijk met de IB-er van een NEO-locatie. Ook is overleg mogelijk met een specialist van een NEO-locatie. De IB’er van de huidige school betrekt vervolgens de orthopedagoog/psycholoog van POA bij het bepalen van de eerste conclusie. Er wordt een begaafdheid ontwikkelplan opgesteld (vormt bij toelating in NEO basis voor NEO ontwikkelingsplan). Vanaf dit punt zijn er drie mogelijkheden:

  1. De huidige school ziet zelf voldoende mogelijkheden om in te spelen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Hierbij kan de IB’er of de HB-specialist van een NEO-locatie adviseren en evt. ondersteunen. De ondersteuning/begeleiding legt de school vast in een OPP/groeidocument;
  2. De leerling wordt doorverwezen naar een school die regulier meer kan bieden als het gaat om de onderwijsbehoeften van de leerling. In dat geval geeft de huidige school middels het OPP/groeidocument aan wat er tot nu toe is gedaan qua aanbod en wel op de volgende onderdelen:
    • Compacten en verrijken binnen de klas en hoe dit wordt aangeboden;
    • Verdiepingsinstructies buiten de klas;
    • Verrijkingsaanbod buiten de klas;
    • Verrijkingsaanbod buiten de school.

    De leerling wordt ingeschreven op de nieuwe school.

  3. De leerling wordt toegelaten in een NEO-groep op 1 van de 4 locaties. Hierbij is bepalend of de locatie een aanbod kan bieden passend bij de onderwijsbehoeften en of plaatsing passend is in de setting. In het SOP van de NEO-scholen staat beschreven welke ondersteuning zij kunnen bieden maar ook welke grenzen er zijn als het gaat om ondersteuning. Als de leerling plaatsbaar is op basis van het SOP van de NEO-locatie, dan wordt de leerling daar vervolgens ingeschreven.

De NEO-locatie stelt een NOP (NEO-Ontwikkelings-Plan) op waarvoor als basis het ontwikkelplan van stap 4 wordt gebruikt. Dit NOP moet duidelijk maken wat leerling en ouders mogen verwachten van de NEO-groep en aan welke doelen wordt gewerkt. De beschikking voor toelating tot een NEO-groep heeft in eerste instantie een duur van 12 maanden. Indien er gedurende of na het eerste jaar opnieuw/nog onduidelijkheden zijn over de onderwijsbehoeften van de leerling, kan er aanvullend onderzoek plaatsvinden. Mogelijk wordt de beschikking dan met 12 maanden verlengd. Stopt de beschikking, dan hebben ouders/verzorgers de keus om te onderzoeken of terugplaatsing naar de school van herkomst mogelijk is of dat de leerling doorstroomt naar een reguliere groep van de NEO-locatie.
Omdat een NEO-beschikking (en daarmee een plek in een NEO-groep) in principe tijdelijk is en de leerling daarmee mogelijk ook terugkeert naar de huidige school, is het wenselijk dat er contact blijft tussen de huidige school en de NEO-locatie.